Quilindschy Hartman vertelt in een nieuwe Feyenoord Magazine over het kampioenschap en de tatoeage op zijn onderbeen van de kampioensschaal.
”Als ik mijn ogen sluit, zie ik de beelden van die volgepakte Coolsingel moeiteloos weer voor me”, blikt de verdediger. ”Tienduizenden mensen voor je neus. Mannen en vrouwen op leeftijd, anderen weer piepjong. De een springend, de ander dansend, sommigen huilend. En nóg meer supporters bij wie ál die emoties tot uiting kwamen. Man, dat is zo gruwelijk. Zo cool. Kippenvel. Op dat soort momenten merk je pas echt hoe groot Feyenoord is, wat het betekent als de club – voor altijd míjn club – een grote prijs behaalt.”
”Dat het elftal waarin jij speelt zoveel vreugde teweegbrengt, is zó fantastisch om mee te maken. Blij, trots; van alles ben je dan. Toch overheerste bij mij persoonlijk een ander gevoel: het gevoel van eindelijk. De kampioensschaal staat voor mij symbool voor de eerste tastbare prestatie die ik in mijn leven heb behaald als prof, volgend op een periode waarin ik het lang niet altijd makkelijk heb gehad. Vandaar dat die schaal per se een plek op mijn lijf moest krijgen. Daar, op het bordes, dacht ik aan die zware knieblessure die me bijna een jaar van mijn loopbaan kostte. Ik dacht aan Jan Muller, Ben de Visser en Mikael Kuijpers, de mannen van de medische staf die me er op zware momenten doorheen hebben gesleept. Toppers zijn ze, meen ik echt.”
Hartman stond in de zomer voor het kampioenschap dichtbij een verhuurperiode aan Excelsior. ”Ik dacht aan mijn allereerste training na mijn blessureleed, toen assistent Sipke Hulshoff vroeg hoe de knie voelde. “Goed”, antwoordde ik, terwijl ik in werkelijkheid barstte van de pijn. Meer nog dan een prachtige prijs vormt de kampioensschaal voor mij een overwinning op mezelf. Zo van: ik ben er weer en ik kan het nog. Serieus, 14 mei 2023; die datum vergeet ik nóóit meer.”