Willem van Hanegem schrijft in zijn wekelijkse column in het Algemeen Dagblad over Feyenoord. ‘De Kromme’ hoorde een opmerkelijke uitspraak van Arne Slot na het duel tegen Heracles.
“Ik moest aan El Yaakoubi denken toen ik Arne Slot na afloop van Heracles hoorde uitleggen hoe het tegenwoordig werkt. Clubs spelen eigenlijk drie wedstrijden. Het was nieuw voor mij. Eentje gewoon tegen de tegenstander, eentje met corners en vrije trappen voor en tegen, en ten slotte eentje met de arbitrage. Pech en geluk, noemde Slot dat. Feyenoord doet het qua spel goed, vond Slot, maar bij dode spelmomenten moest het beter. En de meter rond de arbitrage sloeg ook nog niet de goede kant op voor Feyenoord.”
Van Hanegem blikt terug op het duel tegen FC Twente. “Het zou flauw zijn om daarom te lachen, want ook ik schreef dat Robin Pröpper rood had moeten krijgen en een strafschop tegen toen hij Santiago Giménez onderuit schopte bij FC Twente – Feyenoord. Of dat meteen had betekend dat Feyenoord had gewonnen, weet ik niet, hoor. Giménez mist ook nog weleens een strafschop en FC Twente stond in die wedstrijd al voor. Maar goed, voetbalclubs zijn inderdaad ook een beetje afhankelijk van een scheidsrechter. Maar niet alleen Feyenoord of Ajax. Vraag het deze week nog even aan Marinus Dijkhuizen van Excelsior.”